Veel gestelde vragen

Wij ontvangen veel vragen over onze ijsbaan of lezen via Facebook meningen die niet altijd kloppen. Daarom hebben we hier de meest gestelde vragen overzichtelijk onder elkaar gezet met daarbij de juiste antwoorden.

Antwoorden op uw vragen

  • Hoe dik moet het ijs op onze ijsbaan zijn voordat we kunnen schaatsen?
    De vraag: “hoe dik moet ijs zijn om erop te mogen schaatsen”, is een best moeilijk te beantwoorden vraag. Hoe dik het ijs moet zijn hangt namelijk van vele verschillende factoren af. Ben je alleen op het ijs of wordt er een toertocht georganiseerd waar een paar honderd schaatsers aan deelnemen? Daarnaast is het nog van belang hoe oud het ijs is en of er bijvoorbeeld een paar dagen isolerende sneeuw op heeft gelegen. De samenstelling van jong ijs is heel anders, dan dat van oud ijs dat soms al meerdere keren gedeeltelijk gesmolten is geweest. De vuistregels is dat goed en veilig natuurijs minimaal 5 tot 7 centimeter dik moet zijn.

    IJsdikte  
    0
    tot 4 centimeter
    IJs is te onveilig, het advies is om niet het ijs op te gaan
    4
    tot 7 centimeter
    IJs is dik genoeg om met enkele schaatsrijders te kunnen schaatsen
    7
    centimeter
    IJs is dik genoeg voor een massa publiek en schaatsers
    12
    tot 16 centimeter
    Men gaat nadenken over het organiseren van de Elfstedentocht
    16
    centimeter en meer
    Minimale dikte over de hele route voor het kunnen organiseren van de Elfstedentocht

    Op ijsbaan ’t Slag openen wij de ijsbaan als er een ijsvloer van minimaal 6 a 7 cm ligt.

  • Hoe snel en onder welke omstandigheden groeit natuurijs eigenlijk aan?
    Het is jammer genoeg niet zo dat bij de eerste beste nachtvorst er al direct duidelijke ijsvorming is. Als het ’s nachts minder vriest dan -4 à -5 graden, dan groeit natuurijs niet of nauwelijks aan. Pas vanaf -5 graden draagt de extra vorst bij aan de ijsgroei. Als het niet alleen ’s nachts vriest maar ook overdag dan heeft dit natuurlijk een positief effect op de ijsgroei. Dooigraden overdag hebben weer een negatief effect. Daar zijn wel bepaalde vuistregels voor te hanteren. Bijvoorbeeld: s’ nachts vriest het -6 graden (12 uur lang) en overdag is het +3 graden (12 uur lang) dan is de gemiddelde dagtemperatuur -3 graden. Voor 1cm ijs heb je gemiddeld -3 graden vorst nodig. Dit levert dan bij “normale” weersomstandigheden 1 cm ijs op. In de periode dat er flinke vorst is, gaan onze ijsmeesters ’s morgens om 9.30 uur het ijs op om de echte dikte te meten. Dit wordt de dagen daarna herhaald tot het moment dat het ijs de gewenste dikte van 7 cm heeft.
  • Zijn er meer factoren van invloed op de ijsgroei dan alleen de temperatuur?
    De vorming van het ijs hangt af van diverse factoren. Uiteraard is de temperatuur het belangrijkste, maar direct daarna volgen de omstandigheden, zoals de watertemperatuur, de windsterkte, zonkracht, sneeuw en de luchtvochtigheid. De snelste ijsvorming vindt natuurlijk plaats als alle omstandigheden gunstig zijn. Het blijft altijd weer spannend of de weersomstandigheden zo blijven dat de ijsvorming het snelst
    verloopt. Fingers crossed…
  • Het lijkt soms wel of andere ijsbanen in de omgeving eerder open zijn
    Het idee dat de ijsbaan in Goor structureel later open gaat dan vergelijkbare banen in de omgeving is aantoonbaar niet juist. Gewoonweg een fabeltje. Alleen in 2018, toen we te kampen hadden met incidentele zaken (o.a. wakken die open werden gehouden door meeuwen en bijzondere plantengroei onder het ijs) waren andere banen wel geopend terwijl wij gesloten waren. Daar baalden wij natuurlijk enorm van en daar hebben we ook op geanticipeerd en hard aan gewerkt. Verder is de baan altijd open geweest op momenten waarop vergelijkbare ijsbanen in de regio ook open waren. Vaak waren we zelfs eerder en mochten we veel schaatsers uit de regio verwelkomen.
  • Is de huidige ijsbaan niet te groot om snel dicht te vriezen?
    Het maakt niet veel uit hoe groot het wateroppervlakte is. Wel is de ligging van een baan van belang en het feit of er grote gebouwen of bomen in de weg staan. De diepte van de waterplas is ook van belang, maar die is op de Goorse ijsbaan gering (ongeveer 25 cm). Omdat de zijkanten van de ijsbaan eerder de gewenste ijsdikte hebben dan op het midden van de baan, creëren we vaak als eerste een klein baantje voor beginners en kinderen.
  • Als je minder water op de baan doet, kan je toch veel eerder schaatsen?
    Dat is waar en dat proberen we ook. De waterdiepte wordt zo laag mogelijk gehouden, maar omdat de ondergrond niet 100% horizontaal is, is een minimale waterhoogte van 20 cm vereist. In het najaar wordt het gras zo kort mogelijk gemaaid. Is de waterdiepte te gering dan komt het gras boven het ijs uit en dat veroorzaakt zwakke plekken en luchtgaten. Dat schaatst natuurlijk niet echt fijn.
  • Waarom leggen jullie geen betonbaan aan zoals Wierden of Hengelo?
    Dat is niet mogelijk. De grond waar de ijsbaan gebruik van maakt is een zogeheten waterwin- en retentiegebied is. Retentiegebied is de aanduiding voor een gebied waar het water bij hevige regenval tijdelijk geborgen kan worden, met het doel stroomafwaarts gelegen gebieden te vrijwaren van overstromingen. De Goorse IJsclub zal hier dus rekening mee moeten houden. Los van het feit dat deze locatie zich niet leent voor een betonbaan zou de aanleg van een dergelijke baan op een andere locatie honderdduizenden euro’s gaat kosten. Geld dat de club niet bezit en uitgaven waar ook geen politiek draagvlak voor is.
  • Kan ik mijn geld voor de jaarkaart niet terugkrijgen als er een jaar niet geschaatst kan worden?
    Dat zal helaas niet gaan. Natuurlijk kunnen wij wel begrip opbrengen voor het gevoel dat het niet leuk is om te betalen voor zaken waar je geen direct plezier aan kan beleven. De seizoenkaarthouders zijn echter heel belangrijk voor onze ijsclub. Ook in de jaren dat er weinig of geen dagen zijn met natuurijs, vormen zij een belangrijke bron van inkomsten. Immers, er worden wel kosten gemaakt voor onderhoud, gebouwbeheer, aanschaf van machines en overig materiaal. U kunt er vanop aan dat wij zorgvuldig met dit geld omgaan. Als deze vaste inkomsten wegvallen wordt het, ondanks de belangeloze inzet van veel vrijwilligers, heel lastig om op een verantwoorde wijze te blijven bestaan. NB; door dit systeem zo te handhaven kunnen wij tevens het bedrag van de jaarkaarten laag houden (anders zou de prijs in de jaren dat er geschaatst kan worden flink omhoog moeten gaan).
  • Kan ik meehelpen bij de voorbereidingen op het nieuwe schaatsseizoen?
    Ja, heel graag zelfs. Niet alleen als het kouder wordt steken wij de handen uit de mouwen. Gedurende het gehele jaar zijn wij al bezig met het aankomende winterseizoen. Meld je aan per e-mail of stuur een bericht via Facebook.
  • Verhuren jullie ook schaatsen?
    Nee helaas, dat is niet het geval. Een goed bestand aan schaatsen opbouwen en onderhouden is een tijdrovende klus. En omdat het via ‘Marktplaats’ eenvoudig is om tegen een redelijke prijs schaatsen aan te schaffen, gaan wij dit ook niet oppakken. Wel organiseren wij in het winterseizoen een schaatsruilbeurs. Iedereen die wil kan zijn/haar eigen schaatsen verkopen en belangstellenden kunnen schaatsen tegen een redelijke prijs kopen. De lampen van de ijsbaan staan aan, de chocomelk staat klaar, een gezellige voorbereiding op wat hopelijk komen gaat: ijs!
  • Slijpen jullie schaatsen?
    Op de dagen dat de ijsbaan open is, kun je je schaatsen laten slijpen. De kosten hiervan bedragen € 10,- en deze kosten ten goede aan de ijsclub.
  • Hoe zorg ik ervoor dat ik veilig kan schaatsen?
    Schaatsen is geen gevaarlijke sport, maar vallen kan je natuurlijk altijd. Hoe verklein je het risico op blessures? Onderstaand een aantal eenvoudige voorzorgsmaatregelen die je kan nemen.
    1. Schaats niet met blote handen, maar draag handschoenen. Als je het helemaal goed wilt doen draag je handschoenen die “snijvast” zijn.
    2. Schaats niet blootshoofds. Zet ten minste een muts op of draag een helm.
    3. Bescherm je enkels. Draag sokken of indien mogelijk snijvaste enkelbeschermers.
    4. Sta niet stil in de bocht. Als een schaatser in de bocht valt, dan glijdt hij over het ijs naar de buitenzijde. Dan wil je daar niet staan.
    5. Geef snelle rijders de ruimte langs de binnenkant van de baan.
    6. Als een schaatser tegen je roept: “hogerop”, ga dan een stukje naar rechts, zodat de snellere rijder je kan passeren (aan de binnenzijde)
    7. Waarschuw als je een valpartij ziet, of als je zelf valt (roep).
    8. Houd rekening met elkaar. Houd rekening met snellere of langzamere schaatsers of met speelse jeugd. Denk vooruit en anticipeer… net als in het verkeer.

Meer vragen?

Heeft u meer vragen? Stel ze ons gerust door de voorzitter een mail te sturen.